1956 Paardensport | | Nederlandse deelnemers | | Bronnen |
De wedstrijden vonden plaats in Stockholm vanwege de Australische quarantaineregels betreffende paarden. Doordat de paardensportevenementen vijf maanden eerder plaatsvonden dan alle andere sporten, hadden deze nog niet te lijden van de afzeggingen wegens de inval door de Sovjet-Unie in Hongarije. Zo nam Nederland wel deel aan de hippische takken, maar liet later het jaar verstek gaan in Melbourne. | | Alexei Pantchoulidzew | | ►Wikipedia |

Over ... Alexis Pantchoulidzew
WIKIPEDIA - Pantchoulidzew nam als dressuurruiter namens Nederland deel aan de Zomerspelen van 1956. In het programmaboekje staat hij vermeld met het startnummer 1 (een). Hij had de moeilijke opgave om als eerste ruiter in deze individuele dressuurwedstrijd op de Olympische Spelen van 1956 te moeten starten. De ruiteronderdelen van deze Spelen werden vanwege quarantainebepalingen in Stockholm gehouden. Omdat Nederland later dat jaar de Spelen in Melbourne boycotte (vanwege de rol van de Sovjet-Unie in de Hongaarse Opstand), was hij Nederlands enige deelnemer aan de Zomerspelen van 1956. In een veld van 36 deelnemers eindigde hij als 28e.
Zijn deelname aan de Spelen van 1956 wekte nogal wat verbazing, omdat hij zich niet vooraf had hoeven te kwalificeren voor het Nederlands Olympisch Comité. Dit werd toegeschreven aan de invloed van prins Bernhard. “De band tussen Bernhard en Pantchoulidzew was zeer intensief”, aldus paardensporthistoricus Jan Maiburg. Deze bewering stamt uit de memoires van Hans Eijsvogel, de bekende radio- en tv-paardensportverslaggever, die vaak samen met prins Bernard overal ter wereld onderweg was op diverse hippische evenementen. Dankzij hun gezamenlijke belangstelling voor de paardensport hadden Eysvogel en de prins een meer dan goede relatie. Toch ging hij discussies met de prins Bernhard niet uit de weg. De paardensportjournalist Eijsvogel noemt Pantchoulidezew "de schaduw van de Prins". Maiburg heeft persoonlijk les gehad van Pantchoulidzew in Karlsruhe bij het rij-instituut Egon von Neindorff. Vanaf begin 1952 werd de voormalige springruiter Pantchoulidzew onderwezen in de kunst van het dressuurrijden in de houten overdekte rijbaan op Warmelo. Zijn leraar en coach was 'Direktor' Ludwig W. Zeiner, Hofbereiter i.R. van de Spanische Reitschule in Wenen. Zeiner was tevens de leermeester van Reitmeister Egon von Neindorff. Zoals Maiburg verder zegt: “Het valt op dat er geen enkele kwalificatiewedstrijd in Nederland heeft plaatsgevonden. Dat deze man out-of-the-blue op de Olympische Spelen van 1956 verschijnt.” Het werd Pantchoulidzew nogal makkelijk gemaakt om aan het olympische evenement mee te doen. Vlak voor aanvang van de Spelen werd alles definitief dichtgetimmerd. Op 4 juni 1956 besloot het Nederlands Olympisch Comité dat Pantchoulidzew op eigen kosten mocht deelnemen aan de Olympische Spelen.
SPORTGESCHIEDENIS - Spil van dit verhaal is Alexei Pantchoulidzew (1888 – 1968), over wie deze site al eens eerder schreef. Oorspronkelijk kwam hij uit het Russische Pjatigorsk, waar hij diende bij de cavalerie. Pantchoulidzew was daarna jarenlang de huisgenoot van Armgard von Sierstorpff-Cramm, de moeder van prins Bernhard. Na de dood van Bernhards vader in 1934 werd Pantchoulidzew een soort van tweede vader voor de latere prins-gemaal. Na de Tweede Wereldoorlog trokken ze naar Nederland, alwaar ze hun intrek namen in Kasteel Warmelo. Als kleine jongen kreeg Bernhard paardrijlessen van Pantchoulidzew. Later deed dit tweetal aan heel wat internationale wedstrijden mee. Bernhard was in 1956 zelfs voorzitter van de Internationale Ruitersport Federatie, waardoor hij in staat was een wildcard aan Pantchoulidzew te geven voor de olympische ruiterspelen in Stockholm. Alhoewel de Olympische Spelen dat jaar in Melbourne waren, was dit onderdeel verplaatst naar Zweden vanwege de strenge regels voor de invoer van paarden in Australië. Aan deze deelname ging een naturalisatie vooraf, die leidde tot een breuk binnen het Koninklijk Huis. Zo wordt deze zaak ook voor niet-sportliefhebbers bijzonder interessant – zelfs voor Fasseur. Pantchoulidzew werd in ieder geval de enige Nederlandse deelnemer van 1956, omdat Melbourne werd geboycot door het Nederlands Olympisch Comité na de Russische inval in Hongarije.
DINAND WEBBINK: MIJN STAD MIJN DORP - Al in 1952 bevonden zich te Warmelo op de overdekte rijbaan trainers en ruiters van de Weense Spaanse Rijschool om de inmiddels 62-jarige ‘Tschuli’ als dressuurruiter voor te bereiden op de Olympische Spelen. Zijn ‘stiefzoon’ had al in 1949 geregeld dat de stateloze voormalige Kaukasiër een Nederlands paspoort kreeg. Zonder enige kwalificatiewedstrijd te hebben gereden werd Pantchoulidzew vervolgens uit het niets, tot verbazing van velen en tot afgrijzen van Wilhelmina en Juliana, aangewezen om Nederland te vertegenwoordigen op de dressuur, het onderdeel waarop decennia later Anky van Grunsven zo zou schitteren. Als voorzitter van de wereldbond was het een eitje voor Bernhard om dit te regelen. Voorwaarde van het NOC was wel dat Pantchoulidzew ‘zelf’ alles betaalde. Gearmd met zijn moeder was de prins dagelijks op het wedstrijdterrein in Stockholm te vinden, terwijl Juliana met haar dochters thuis zat. ‘Ik zie mijn man haast nooit’, verzuchtte ze ooit. Op de vos Lascar, eigendom van de prins, moest de inmiddels 67-jarige als eerste starten. Bernhards dure feestje resulteerde niet in een sportief aansprekend resultaat. Pantchoulidzew werd 28e in een veld van 36 deelnemers. Wel schreef hij geschiedenis als enige Nederlandse deelnemer aan de Olympische Spelen van 1956. Bovendien vestigde de in 1968 te Diepenheim onder een orthodox kruis begraven Rus een record dat nog steeds staat. Hij is de oudste deelnemer aan de Olympische Spelen namens Nederland ooit.
